Blog
- Geej se lèllike voel hod!
- It´s Thursday evening in Toronto - I had to actually ask the drummer - but for us, it´s Friday night ~ Paul Weller
- De gearresteerde keek geboeid toe
- Sorry to piss on your bonfire China, but Pink Floyd made it to the dark side of the moon first
- Gerrit Klugtervogt maakte, zoals verwacht, indruk met zijn imposant achterwerk.
- Hoesten in de elleboog en scheten laten in de knieholte
- In grote lijnen was de levensloop van die twee cokeverslaafden quasi gelijk
- Ce jeune garçon est un vrai minet.
- Ik weet ook wel dat de vingers langer moeten zijn dan de handpalm en dat dat bij mij andersom is, maar ja...
- lachen als een hoer met liespijn
- Ik moest van de buurvrouw horen dat ik stink
- Ik heb écht écht écht écht écht écht écht écht écht écht écht écht écht écht écht maar echt écht écht écht écht leren spreken als Bart Peeters
- je kan beter niets hebben dan helemaal niets
- oempa loempia diggery doo
- Het is niet omdat ik qua studies minder geluk heb gehad dan jij, dat je er automatisch van uit mag gaan als zou ik het IQ van een putdeksel hebben, jij onfatsoenlijk persoon!
- Verknoei je tijd op een nuttige manier!
Weefsnitje en de deven zergen
Brigitte, 2004-04-15
Er leefde eens, veel her weg in een krachtig pasteel, een scheel hoon meisje, en dat scheel hoon meisje heette weefsnitje.
Maar in dat krachtig pasteel woonde nog iemand, de de biefstoeder, de moze biefstoeder van Weefsnitje.
En iedere dag trok zij haar kloenste scheetje aan, en dan ging ze voor het wiegeltje staan, en da zei ze:
“Wiegeltje wiegeltje aan de spand, wie is de vroenste schouw van lans het gand?”
En dan antwoordde dat wiegeltje: “Biefstoeder, je bent scheel hoon, maar Weefsnitje is muizendschaal doner dan jij.”
En dan werd die moze biefstoeder beeds stozer.
En op dekere zag, ging zeij vrorgens smoeg naar de joze bager, “joze bager” zei ze, “jij gaat weefsnitje nidkappen en haar achterlaten in het wonkere doud.”
En de joze bager, de leersmap, die had een klare zijk op de kaak. Hij was vroeger nog matroos geweest en had zeven jaren op zijn slip gescheten.
De joze bager dus sprong op zijn perk staard, pakte zijn wietgescheer en met zijn klatte zoten smeet hij weefsnitje in het wuikgestras.
En Weefsnitje, ocharme, zat daar te schruilen van de hik. Het zat daar vol met woute stolven.
Maar toen kwamen daar uit het heupelkrout de deven zergjes die ergens in het doud in een harig kutje woonden.
Zij zagen Weefsnitje liggen en, met verkrachte eenden, brachten zij Weefsnitje naar een haddenstoelen puisje.
Toen kwam daar opeens de prone schins voorbij, ook al pezeten op een pert staard, eigenlijk een pimmelschaard.
Hij zag Weefsnitje liggen, want zei lag daar in een klazen gist. Zei had zich immer verlsikt in een fut struik van de houte steks.
En de prone schins werd natuurlijk zapelstot van Weefsnitje, hij streek haar kak in de ogen en mutste haar op haar recht op haar kont.
Hij nam haar mee, zij trouwden veel en hadde lange kinderen en gaven een groot kannepoekenfeest....
Er leefde eens, veel her weg in een krachtig pasteel, een scheel hoon meisje, en dat scheel hoon meisje heette weefsnitje.
Maar in dat krachtig pasteel woonde nog iemand, de de biefstoeder, de moze biefstoeder van Weefsnitje.
En iedere dag trok zij haar kloenste scheetje aan, en dan ging ze voor het wiegeltje staan, en da zei ze:
“Wiegeltje wiegeltje aan de spand, wie is de vroenste schouw van lans het gand?”
En dan antwoordde dat wiegeltje: “Biefstoeder, je bent scheel hoon, maar Weefsnitje is muizendschaal doner dan jij.”
En dan werd die moze biefstoeder beeds stozer.
En op dekere zag, ging zeij vrorgens smoeg naar de joze bager, “joze bager” zei ze, “jij gaat weefsnitje nidkappen en haar achterlaten in het wonkere doud.”
En de joze bager, de leersmap, die had een klare zijk op de kaak. Hij was vroeger nog matroos geweest en had zeven jaren op zijn slip gescheten.
De joze bager dus sprong op zijn perk staard, pakte zijn wietgescheer en met zijn klatte zoten smeet hij weefsnitje in het wuikgestras.
En Weefsnitje, ocharme, zat daar te schruilen van de hik. Het zat daar vol met woute stolven.
Maar toen kwamen daar uit het heupelkrout de deven zergjes die ergens in het doud in een harig kutje woonden.
Zij zagen Weefsnitje liggen en, met verkrachte eenden, brachten zij Weefsnitje naar een haddenstoelen puisje.
Toen kwam daar opeens de prone schins voorbij, ook al pezeten op een pert staard, eigenlijk een pimmelschaard.
Hij zag Weefsnitje liggen, want zei lag daar in een klazen gist. Zei had zich immer verlsikt in een fut struik van de houte steks.
En de prone schins werd natuurlijk zapelstot van Weefsnitje, hij streek haar kak in de ogen en mutste haar op haar recht op haar kont.
Hij nam haar mee, zij trouwden veel en hadde lange kinderen en gaven een groot kannepoekenfeest....
~ Bekeken: 152 × | TOP | THUIS | TERUG
Doe mee!
Eluterius groeit door inbreng van gebruikers. Wil jij ook weetjes delen en dingen toe kunnen voegen? Word lid!
Weekpoll
En ook...
Top-30
De tussenstand in onze Eigenzinnige 30 van
week 21/2024. Muziek van 1950 tot nu!1
2
3
6
7
10
11
12
14
S.B.B.L. - Purple Mix 2
15
16
19
BECK - Cellphone’s Dead 30
20
PET SHOP BOYS - Paninaro 18
21
THE MACHINES - I Miss You 28
24
25
27
28
29
Rechts